9 maanden plan
Ik ben net bevallen
Geboorteaangifte
Als je een kindje hebt gekregen, moet je binnen drie dagen de geboorteaangifte doen. Zit er een weekend of feestdag tussen, dan gelden de volgende richtlijnen:
Geboortedag | Laatste dag van aangifte |
---|---|
Maandag | Donderdag |
Dinsdag | Vrijdag |
Woensdag | Maandag |
Donderdag | Maandag |
Vrijdag | Dinsdag |
Zaterdag | Dinsdag |
Zondag | Woensdag |
Als de laatste dag in het weekend of op een feestdag valt, kunt u de aangifte op de eerstvolgende werkdag doen. U moet altijd 2 werkdagen hebben om aangifte te kunnen doen.
Wat moet je meenemen bij de aangifte?
Als je getrouwd bent:
- Geldig legitimatiebewijs van beide ouders
- Trouwboekje
Als je niet getrouwd bent, maar het nog ongeboren kindje erkend hebt:
- Geldig legitimatiebewijs van beide ouders
- Gewaarmerkte kopie erkenningsbewijs
- Akte van naamskeuze (indien van toepassing)
Bij partnerregistratie:
- Geldig legitimatiebewijs van beide ouders
- Akte van erkenning van het ongeboren kindje
Aangifte in gemeente Lingewaard
De aangifte kan persoonlijk op afspraak bij het gemeentehuis in Bemmel. Indien u beschikt over een DigiD kunt u ook online aangifte van geboorte doen. Een afspraak kan gemaakt worden via:
www.lingewaard.nl/afspraak of door tussen 8:30 en 17:00 uur te bellen naar 026 – 326 01 11. Online aangifte kan gedaan worden via de website www.lingewaard.nl/geboorteaangifte van de gemeente Lingewaard.
Aangifte in Arnhem
Aangifte kan alleen op afspraak via:
www.arnhem.nl/afspraak of via onderstaande telefoonnummers.
Koningstraat 38 (centrum), telefoonnummer 0900 – 1809
Kraamtijd
De kraamtijd is de periode vanaf de bevalling tot ongeveer tien dagen erna. Deze periode wordt thuis of (gedeeltelijk) in het ziekenhuis doorgebracht, afhankelijk van de plek en aard van de bevalling. Verloskundigenpraktijk Huissen stuurt na een thuisbevalling een bevallingsverslag naar je huisarts om deze op de hoogte te brengen van je bevalling.
De eerste weken van je baby
De manier waarop een pasgeborene reageert op de eerste dagen na de geboorte is verschillend.
Gewichtsverlies
Alle baby’s verliezen wat gewicht na de geboorte, dit is heel normaal.
Als je borstvoeding geeft wordt er met een weegschaal in de gaten gehouden of de baby snel genoeg aankomt en niet te veel afvalt. Als je flesvoeding geeft, is elke dag wegen niet nodig.
Krampjes
Na ongeveer drie dagen is de voeding op gang gekomen en is er vaak melk in overvloed. Hierbij kunnen de darmkrampjes om de hoek komen kijken.
Dit is heel normaal, en behoeft zeker nu nog geen aanpassingen in het dieet. De darmpjes van de baby hebben in de baarmoeder alleen een beetje vruchtwater te verteren gehad en moeten nu hard werken om de ’’grote’’ hoeveelheden voeding te verteren.
Pijnverlichting
Hetzelfde geldt wanneer je flesvoeding geeft, de krampjes zijn dan vaak iets erger omdat flesvoeding wat zwaarder verteerbaar is.
Slapen
Het is aan te raden de baby de eerste weken/maanden in zijn of haar eigen bedje bij jullie op de kamer te laten slapen.
Vitamine D en K
Baby’s die borstvoeding krijgen, moeten na 8 dagen vitamine K en D toegediend krijgen. Dit is een factor die nodig is bij de bloedstolling en zit onvoldoende in de borstvoeding.
Consultatiebureau
Nadat de baby is aangegeven bij de gemeente, meldt de gemeente het kindje aan bij het consultatiebureau.
Een wijkverpleegkundige komt dan, meestal 2 weken na de geboorte, bij je thuis voor een intakegesprek, de keren daarna ga je naar het bureau. Je kunt ook al een huisbezoek tijdens de zwangerschap aanvragen voor een eerste kennismaking.
Hielprik
De hielprik is bedoeld om zo snel mogelijk na de geboorte 26 erfelijke en aangeboren aandoeningen op te sporen.
Alle baby’s krijgen in hun eerste week een hielprik. Gelijktijdig komen ze voor de gehoorscreening. Dit wordt meestal rond de zesde dag bij jullie thuis gedaan. De hielprik is gratis.
Uitvoering
De hielprik wordt bij jullie thuis door een medewerker van het consultatiebureau uitgevoerd. Deze prikt met een speciaal apparaatje in de hiel van de baby en vangt een paar druppels bloed op.
Als je kind in het ziekenhuis ligt, wordt de hielprik daar uitgevoerd. Is er acht dagen na de geboorte van het kind nog geen hielprik gedaan? Neem dan zo snel mogelijk contact op met de entadministratie in jouw regio.
De ziekten die de hielprik opspoort, zijn allemaal ziekten waar een behandeling voor is. Door de ziekte vroeg op te sporen, kan de behandeling snel starten. Dit voorkomt of beperkt ernstige schade aan de lichamelijke of verstandelijke ontwikkeling. De behandeling van de ziekten die de hielprik opspoort, is per ziekte verschillend.Als een ziekte in de hielprik pas later bij het kind wordt ontdekt, kan er al schade zijn aan de lichamelijke of verstandelijke ontwikkeling. Schade die meestal onherstelbaar is. De meeste ziekten die met de hielprik worden opgespoord, zijn erfelijk.
Vaak is de oorzaak van de ziekte bij het kind dat beide ouders drager van de ziekte zijn. Dit is in de familie meestal niet bekend, omdat je er meestal niets van merkt als je drager bent.
Heeft de kinderarts in het ziekenhuis vastgesteld dat je kind een erfelijke ziekte heeft die met de hielprik is opgespoord? Dan worden andere gezinsleden soms ook onderzocht.Je kunt met de kinderarts bespreken of de erfelijke ziekte van je kind ook iets zegt over de gezondheid van familieleden.
Vanaf 1 juni 2022 zijn er 26 ziekten die de hielprik opspoort:
- 18 stofwisselingsziekten; een andere woord hiervoor is metabole ziekten;
- 2 hormoonstoornissen: adrenogenitaal syndroom (AGS(adrenogenitaal syndroom )) en congenitale hypothyreoïdie (CH(congenitale hypothyreoïdie ));
- 3 vormen van erfelijke bloedarmoede: alfa-thalassemie, bèta-thalassemie en sikkelcelziekte (SZ(Sikkelcelziekte ));
- spinale musculaire atrofie (SMA(spinale spieratrofie )), dit is een spierziekte;
- taaislijmziekte, een andere naam hiervoor is cystic fibrosis (CF(cystic fibrosis ));
- severe combined immunodeficiency (SCID(severe combined immune deficiency )), dit is een ziekte van het afweersysteem.
Voor meer informatie kijk op:
www.pns.nl/neonatale-screeningen/hielprik
Ik ben zwanger
Ik wil zwanger worden
Ik ben net bevallen
Ik bereid mij voor op de bevalling
Ik ben bijna halverwege
Ik ga naar de verloskundige