9 maanden plan

Ik ben net bevallen

Wat moet je meenemen bij de aangifte?

Als je getrouwd bent:

  • Geldig legitimatiebewijs van beide ouders
  • Trouwboekje

Als je niet getrouwd bent, maar het nog ongeboren kindje erkend hebt:

  • Geldig legitimatiebewijs van beide ouders
  • Gewaarmerkte kopie erkenningsbewijs
  • Akte van naamskeuze (indien van toepassing)

Bij partnerregistratie:

  • Geldig legitimatiebewijs van beide ouders
  • Akte van erkenning van het ongeboren kindje

Aangifte in gemeente Lingewaard

De aangifte kan persoonlijk op afspraak bij het gemeentehuis in Bemmel. Indien u beschikt over een DigiD kunt u ook online aangifte van geboorte doen. Een afspraak kan gemaakt worden via:

www.lingewaard.nl/afspraak of door tussen 8:30 en 17:00 uur te bellen naar 026 – 326 01 11. Online aangifte kan gedaan worden via de website www.lingewaard.nl/geboorteaangifte van de gemeente Lingewaard.

Aangifte in Arnhem

Aangifte kan alleen op afspraak via:

www.arnhem.nl/afspraak of via onderstaande telefoonnummers.
Koningstraat 38 (centrum), telefoonnummer 0900 – 1809

Gewichtsverlies

Alle baby’s verliezen wat gewicht na de geboorte, dit is heel normaal.

Als je borstvoeding geeft wordt er met een weegschaal in de gaten gehouden of de baby snel genoeg aankomt en niet te veel afvalt. Als je flesvoeding geeft, is elke dag wegen niet nodig.

Krampjes

Na ongeveer drie dagen is de voeding op gang gekomen en is er vaak melk in overvloed. Hierbij kunnen de darmkrampjes om de hoek komen kijken.

Dit is heel normaal, en behoeft zeker nu nog geen aanpassingen in het dieet. De darmpjes van de baby hebben in de baarmoeder alleen een beetje vruchtwater te verteren gehad en moeten nu hard werken om de ’’grote’’ hoeveelheden voeding te verteren.

Pijnverlichting

Hetzelfde geldt wanneer je flesvoeding geeft, de krampjes zijn dan vaak iets erger omdat flesvoeding wat zwaarder verteerbaar is.

De kraamverzorgster zal tips aanreiken die de krampjes wat kunnen verlichten. Maar meestal is even met de baby rondlopen voldoende om deze in slaap te laten vallen.

Slapen

Het is aan te raden de baby de eerste weken/maanden in zijn of haar eigen bedje bij jullie op de kamer te laten slapen.

Zo kunnen jullie als ouders wennen aan de geluidjes die het kindje maakt en ligt de baby niet in een stille kamer: hij is tenslotte 24 uur per dag geluid gewend in de baarmoeder.

Vitamine D en K

Baby’s die borstvoeding krijgen, moeten na 8 dagen vitamine K en D toegediend krijgen. Dit is een factor die nodig is bij de bloedstolling en zit onvoldoende in de borstvoeding.

Vanaf 3 maanden maakt een kindje vitamine K zelf aan en hoeft het niet meer gegeven te worden. Een recept hiervoor is niet nodig, je kan het zo kopen bij de drogist of apotheek. Baby’s die flesvoeding krijgen moeten vanaf dag 8 vitamine D toegediend krijgen.

Consultatiebureau

Nadat de baby is aangegeven bij de gemeente, meldt de gemeente het kindje aan bij het consultatiebureau.

Een wijkverpleegkundige komt dan, meestal 2 weken na de geboorte, bij je thuis voor een intakegesprek, de keren daarna ga je naar het bureau. Je kunt ook al een huisbezoek tijdens de zwangerschap aanvragen voor een eerste kennismaking.

Hielprik

De hielprik is bedoeld om zo snel mogelijk na de geboorte 26 erfelijke en aangeboren aandoeningen op te sporen.

Alle baby’s krijgen in hun eerste week een hielprik. Gelijktijdig komen ze voor de gehoorscreening. Dit wordt meestal rond de zesde dag bij jullie thuis gedaan. De hielprik is gratis.

Uitvoering

De hielprik wordt bij jullie thuis door een medewerker van het consultatiebureau uitgevoerd. Deze prikt met een speciaal apparaatje in de hiel van de baby en vangt een paar druppels bloed op.

Als je kind in het ziekenhuis ligt, wordt de hielprik daar uitgevoerd. Is er acht dagen na de geboorte van het kind nog geen hielprik gedaan? Neem dan zo snel mogelijk contact op met de entadministratie in jouw regio.

De ziekten die de hielprik opspoort, zijn allemaal ziekten waar een behandeling voor is. Door de ziekte vroeg op te sporen, kan de behandeling snel starten. Dit voorkomt of beperkt ernstige schade aan de lichamelijke of verstandelijke ontwikkeling. De behandeling van de ziekten die de hielprik opspoort, is per ziekte verschillend.Als een ziekte in de hielprik pas later bij het kind wordt ontdekt, kan er al schade zijn aan de lichamelijke of verstandelijke ontwikkeling. Schade die meestal onherstelbaar is. De meeste ziekten die met de hielprik worden opgespoord, zijn erfelijk.

Vaak is de oorzaak van de ziekte bij het kind dat beide ouders drager van de ziekte zijn. Dit is in de familie meestal niet bekend, omdat je er meestal niets van merkt als je drager bent.

Heeft de kinderarts in het ziekenhuis vastgesteld dat je kind een erfelijke ziekte heeft die met de hielprik is opgespoord? Dan worden andere gezinsleden soms ook onderzocht.Je kunt met de kinderarts bespreken of de erfelijke ziekte van je kind ook iets zegt over de gezondheid van familieleden.

Vanaf 1 juni 2022 zijn er 26 ziekten die de hielprik opspoort:

  • 18 stofwisselingsziekten; een andere woord hiervoor is metabole ziekten;
  • 2 hormoonstoornissen: adrenogenitaal syndroom (AGS(adrenogenitaal syndroom )) en congenitale hypothyreoïdie (CH(congenitale hypothyreoïdie ));
  • 3 vormen van erfelijke bloedarmoede: alfa-thalassemie, bèta-thalassemie en sikkelcelziekte (SZ(Sikkelcelziekte ));
  • spinale musculaire atrofie (SMA(spinale spieratrofie )), dit is een spierziekte;
  • taaislijmziekte, een andere naam hiervoor is cystic fibrosis (CF(cystic fibrosis ));
  • severe combined immunodeficiency (SCID(severe combined immune deficiency )), dit is een ziekte van het afweersysteem.

Voor meer informatie kijk op:
www.pns.nl/neonatale-screeningen/hielprik

tooltip text

Ik ben zwanger

Ik wil zwanger worden

Ik ben net bevallen

Ik bereid mij voor op de bevalling

Ik ben bijna halverwege

Ik ga naar de verloskundige